04 april 2016 - Hali Country Hotel - Hella




Afgelopen nacht was opnieuw bijzonder kort aangezien we rond 23u30 verwittigd werden dat er noorderlicht te zien was.
Het was inderdaad goed te zien, maar wel niet zo duidelijk als vorige week.
Toch besluiten we om nog naar het 15km verder gelegen Jökulsárlón Glacier Lagoon te rijden. Wij zijn in België helemaal niet meer gewoon aan donkere wegen, maar jandorie hoe donker kan echt donker zijn als je eens kennismaakt met de onverlichte IJslandse wegen.
Gelukkig werken de lichten van onze auto prima, maar zodra we indraaien naar Jökulsárlón zien we uiteraard niets meer naast de auto en hoe we precies moeten rijden.
We kunnen toch goed en wel parkeren en met het licht van onze smartphone zoeken we een plek om statief en camera te plaatsen. We willen immers niet in dat ijskoude water midden de ijsblokken terechtkomen.
Het noorderlicht laat zich nog slechts heel sporadisch zien en na een uurtje houden we het hier voor bekeken. Het is dan toch al 1u vooraleer we in ons bed liggen.
De foto's zijn niet echt de moeite om te posten, daarvoor was het licht echt te zwak.

Na een alweer stevig en lekker ontbijt vertrekken we om 9u30 uit het hotel.

Eerste bestemming is opnieuw Jökulsárlón (gletsjerlagune), maar deze keer bij klaarlichte dag.
Dit is het grootste gletsjermeer van het land.
De lagune beslaat een oppervlakte van iets minder dan 20 vierkante kilometer en is op het diepste punt ongeveer 248 meter diep (het diepste meer van IJsland) en wordt door een landengte gescheiden van de oceaan.
Spectaculair is dat er grote stukken ijs in het smeltwaterreservoir drijven. Deze stukken ijs zijn afkomstig van de gletsjertong Breiðamerkurjökull, wat een uitloper is van de Vatnajökull-gletsjer (de grootste ijskap van Europa) en waarvan de rand op ongeveer vier kilometer van de kust ligt.
Wanneer de gletsjer het gletsjermeer bereikt, breken dertig meter hoge stukken ijs massaal af, waardoor in de lagune honderden ijsschotsen aanwezig zijn.
De ijsschotsen, waarvan alleen de 10% die boven het water uitsteekt zichtbaar is, kunnen wel duizenden jaren in de gletsjer aanwezig zijn geweest.
Langzaam drijven de schotsen door het brakwater vanuit de lagune via de korte rivier Jökulsá á Breidamerkursandi richting de oceaan.
Groot is echter onze verbazing als we het verschil in ijsblokken zien ten opzichte van vorig jaar (11 april 2015). Toen lagen er heel mooie, grote ijsblokken tot bij de rand van het ijsmeer en ook op het strand lag het er vol van (grote foto bovenop deze pagina is van vorig jaar op het strand). Op het strand lag er nu zelfs zo goed als niets en in het meer zelf waren ook niet veel echt mooi gevormde ijsblokken te zien. Al  blijft het natuurlijk altijd wel iets speciaal om deze blokken richting zee te zien drijven.




Maar nu is er wel iets wat er vorig jaar niet was, en bovendien in een bijzonder groot aantal...







Lekker warm moet dat toch zijn, zo'n zonnebad op een ijsschots...

















Niet zo ver van Jökulsárlón liggen nog twee soortgelijke gletsjermeren, Breiðárlón en Fjallsárlón. Ook deze meren liggen aan de uiteinden van tongen van de Vatnajökull-gletsjer.
Fjallsárlón Glacier Lagoon ligt pal langs de RR1, net voorbij Breiðárlón en bij die eerste gaan we een kijkje nemen.

Dit is op weg er naar Breiðárlón














Volgende bestemming voor vandaag is Skaftafell National Park (gesticht in 1967 en genoemd naar de Skaftafell boerderij die hier tot 1988 in gebruik was).




Bij de ingang is er een informatiecentrum ingericht (de toegang tot het park is overigens gratis). Daarbij liggen een parkeerterrein, een uitgestrekte camping, een supermarkt en een snackbar.
Er wordt informatie verstrekt over de uitbarsting van de vulkaan Grímsvötn onder de Vatnajökull-ijskap. Deze uitbarstingen zorgden voor enorme overstromingen van smeltwater en vooral in 1996 richtten die gigantisch veel schade aan, waarbij zo goed als alle wegen en bruggen richting kust verwoest werden. Sinds 1994 hebben soortgelijke situaties zich opnieuw voorgedaan in 2004 en 2011.


Het park is eigenlijk alleen te voet te verkennen. Daarvoor zijn verschillende wandelpaden uitgezet die allemaal beginnen bij het informatiecentrum. Ze lopen langs de meest pittoreske gedeelten van het park met weidse uitzichten, bijzondere berg- en rotsformaties, gletsjers, watervallen in kabbelende riviertjes, een heus berkenbos en andere vormen van buitengewoon indrukwekkende natuur.
De eenvoudigste en meest populaire wandeling gaat naar de Svartifoss (zwarte waterval). Dat is een waterval op ongeveer 2 km en 140m stijgen van het informatiecentrum.


De Ranger in het informatiecentrum had gezegd dat goede schoenen noodzakelijk waren vermits er op heel wat plaatsen dooi opgetreden was, met wat modderige doorsteken als gevolg.
Met onze schoenen hadden we gelukkig geen problemen om tot bij de waterval te komen.

De Svartifoss ligt in een ovalen gat in de heuvelwand, dat wel iets weg heeft van een natuurlijk amfitheater.


Hij wordt omgeven door duizenden hangende zwarte basaltzuilen. Deze zuilen hebben allemaal een hexagonale (zeshoekige) vorm, die ontstaan is doordat op deze plek een dikke laag vloeibaar gesteente/magma langzaam is afgekoeld en gekrompen. Door die krimp heeft het magma haar kristalvormige vorm gekregen. De Svartifoss heeft qua uiterlijk wel wat weg van een enorm kerkorgel.




Als we wegrijden uit het park is het weer ondertussen heel wat minder geworden met heel veel bewolking (het blijft wel droog) en we besluiten om ons programma enigszins aan te passen.
Zo schrappen we de wandeling bij de kloof Fjaðrárgljúfur.
We zien echter, bij het begin van de toegangsweg tot de kloof dat die sowieso afgesloten is.
De enige toegangsweg is immers een onverharde weg en door de dooi is die voor alle verkeer afgesloten om niet te veel schade aan te brengen aan de ondergrond.
Alle grond op IJsland is bijzonder poreus (lava) en daardoor heel gevoelig aan schade door er op te lopen en/of over te rijden. Om die reden is het hier overal ten strengste verboden om off road te rijden.
En daar gaat men hier heel ver in: ergens langs de weg parkeren op een onverharde strook kan al heel hoge boetes tot gevolg hebben.

We rijden nu ineens door tot bij Reynisfjara, een zwart zandstrand, omringd door bulderende golven, en de zeshoekige basaltkolommen van het Reynisfjall gebergte.






Dit is één van de plekken waar heel wat toeristen niet beseffen welke natuurkrachten er in IJsland actief zijn. De machtige golven aan dit strand zijn daar een mooi voorbeeld van en telkens opnieuw gebeuren hier (bijna)-ongevallen met roekeloze toeristen die de kracht van de zee onderschatten.
Ook nu weer zien we enkele onverlaten spelen met hun leven door zo dicht mogelijk bij de zee te gaan staan om dan op het  allerlaatste nippertje weg te lopen.


Het "strand" bestaat echter niet uit zand, maar uit zwarte, gladde keien van allerlei formaten. Daardoor is de grip heel slecht en kan je zomaar uitglijden bij het weglopen.




En alles in het teken van die ene foto van mensen die zichzelf toch o zo graag op de foto zien en daarvoor uiteraard overal een selfie stick bijhebben...




Op weg naar ons hotel in Hella passeren we nog enkele toeristische trekpleisters, maar die slaan we nu allemaal over.  De reden is dat we die vorig jaar al bezochten en dit in veel en veel betere omstandigheden, namelijk blauwe lucht en nog heel wat sneeuw, wat toen heel mooie beelden opleverde. Zie daarvoor onze blog van 11 april 2015.

We komen om 17u30 aan bij het hotel in Hella. Dat is een mooi welness hotel dat nog maar een jaar geleden geopend werd. Men kan er vrij gebruik maken van sauna's en hot tubs.

We eten hier ook voor avond.
Het weer: 's morgens zon, later grijs en overtrokken, 's avonds opnieuw zon. 6-8°C

Overnachting in Stracta Hotel Hella
Aantal gereden km: 337

Geen opmerkingen:

Een reactie posten